Nieuwveen 10 februari 2025 – In deze rubriek geeft onze verslaggever en presentator Theo Leliveld zijn visie over spelers, trainers en zaken die hem opvallen. Zijn enorme kennis over de regionale sport vloeit regelmatig uit zijn pen. Kritisch zoals we van hem gewend zijn, maar wel gezegend met een gezonde realiteitszin…
De standaardformatie waarin gespeeld wordt is 1-4-3-3 (we leiden dus vleugelaanvallers op!) dat houdt dat wel in. De linies sluiten zowel in aanvallend als verdedigend opzicht altijd aan. Positiewisselingen zijn toegestaan, zolang de veldbezetting maar intact blijft; spelers hoeven dus niet de gehele wedstrijd in hun vaste positie te spelen, als hun positie dan maar wel wordt overgenomen als dat nodig is (restverdediging). Vleugelaanvallers verdedigen bij balverlies altijd mee; het zijn geen klassieke vleugelaanvallers meer die het veld altijd breed houden, de achterlijn halen en een voorzet geven; ze zijn multifunctioneel en kunnen zowel aanvallend als verdedigend als extra middenvelder fungeren.
Veel beweging in het team:
Er moet veel beweging in het team zijn; denk aan dieptespel mogelijk maken; passlijnen open gooien; eronder komen; de bewegende spelers zonder bal zijn heel belangrijk, omdat zij ruimte geven en ruimte nemen voor een optimale veldbezetting. Er wordt gespeeld met opkomende vleugelverdedigers en inschuivende centrale verdedigers om een overtal te creëren. Diep gaat voor breed; het gaat hier niet om kick & rush voetbal maar om combinatievoetbal/positiespel naar voren gericht. De lange bal wordt alleen gespeeld als er voldoende ruimte achter de verdedigende linie van de tegenstander is of aan de andere kant door de bal snel te verplaatsen. Er wordt met lef en (zelf)vertrouwen gespeeld, er wordt initiatief genomen (dwingend en attractief – dynamisch – voetbal gespeeld); zowel in balbezit als bij balverlies; er wordt direct druk gezet – counterpressing – bij balverlies (5 tot 10 seconden); dit moet compact – linies kort op elkaar – gebeuren, fel door echt even vol door te jagen op de bal; indien de bal niet binnen 5 tot 10 seconden is veroverd, wordt er niet meer actief gejaagd en gaat het team compact verdedigen.
Vooruit kijken:
De bal wordt nooit zomaar naar voren geschoten, tenzij er echt geen andere oplossing is; er moet altijd een idee achter een pass zitten; voordat de bal wordt ontvangen, moet al zijn nagedacht wat je er daarna mee gaat doen; vooruit kijken, vooruit denken; de tegenstander een stap voor blijven; bij balbezit moet je dus meedenken met je medespelers; verplaats het probleem niet naar je medespeler, die niets met de bal kan; rust aan de bal, is ook rust in je hoofd.
Theo droomt nog steeds, het is te mooi om waar te zijn.
Foto: Gerard Haak